EEN COLLECTIE DIE OPENSTAAT VOOR DE WERELD
ONTSTAAN VAN EEN COLLECTIE
Met de oprichting van het Museum voor Schone Kunsten werd vanaf 1911 een aanvang gemaakt door Jules Destrée (1863-1936), met werken van Navez.
In 1889 werd het eerste stuk, een borstbeeld van François-Joseph Navez door Jean Hérain (Leuven, 1853 – Brussel, 1924) aan de Stad geschonken, waardoor er een verzamel- en bewaarproces in gang werd gezet.
Tussen 1889 en 1936 werden er zestig werken verworven. In dat laatste jaar werden de zalen van het Museum in de prachtige art-deco-ruimte van het Stadhuis ingehuldigd. Opmerkelijke kunstenaar zoals Pierre Paulus, François-Joseph Navez, Alexandre-Louis Martin, Joseph François, Fernand Verhaegen, enz. vormden het vertrekpunt van een steeds verder groeiende verzameling.
De eerste conservator, Fernand André (Dampremy, 1904-1973), ontwikkelde het aankoopbeleid. Al snel na de oprichting van het museum zal de Belgische staat enerzijds een deel van de aankopen subsidiëren en er anderzijds werken in bewaring geven en zo de mogelijkheden van de collecties uitbreiden. Maar deze werken zijn enkel op verzoek te bekijken en zullen een slapend bestaan leiden, tot 18 september 1980, datum van de effectieve openstelling van het museum voor het publiek.
Het museum herbergt werken die vanaf het midden van de 19de eeuw tot het midden van de 20ste eeuw de grote kunststromingen die in België tot ontwikkeling kwamen bestrijken en die het eerste luik van onze collecties vormen.
Al sedert meerdere jaren staat het museum ook open voor hedendaags creatief werk en ziet het zichzelf in de rol van een bevoorrechte speler van de 21ste eeuw. Door het bijstellen van ons museumbeleid streeft onze benaderingswijze de dag van vandaag naar openheid, dynamisme en sociale betrokkenheid
Illustrations : Vues du Musée des Beaux-Arts(c) MBArts